Bang om af te gaan?

Iedereen kijkt en luistert naar je tijdens een presentatie. Je begint te zweten en te trillen. Je hebt het gevoel dat er heel veel van je verwacht wordt. Je wil je publiek raken. Iedereen kijkt naar je alsof je iets mankeert. Of ben jij de enige die er zo over denkt?

Positieve en negatieve faalangst
Er is een verschil tussen positieve en negatieve faalangst. Bij positieve faalangst presteer je juist beter als je gespannen bent. Toch is dit een probleem want je bent zo gespannen en werkt hele nachten door om een 10 te halen. Als je een presentatie geeft ben je bang om te mislukken en complimentjes van je klasgenoten neem je niet aan. Bij negatieve faalangst is dit het tegenovergestelde. Door alle spanningen voel je nog meer druk en maak je juist fouten. Dit is natuurlijk heel vervelend als je wel geleerd hebt voor een belangrijke toets.

images

Negatieve gedachten
Faalangst gaat samen met een hoop negatieve gedachten die door je hoofd spoken. Tijdens het maken van een proefwerk is jouw aandacht niet bij de vragen, maar bij jouw negatieve gedachten. ´Had ik maar beter geleerd´ of ´Ik kan het niet´. Deze gedachten maken je onzeker. Probeer ze daarom te voorkomen of de baas te worden met de volgende tips:

Maak gebruik van positieve gedachten. Schrijf positieve gedachten als ‘Ik kan het’ op een blaadje en hang het waar je hem vaak tegenkomt.

Een complimentenboekje. Een boekje waarin je elke dag een paar succesvolle gebeurtenissen opschrijft. Hier mogen alleen positieve, zowel grote als kleine, dingen in komen te staan. Lees dit ’s avonds nog eens door.

Uitgerust en fit. Het helpt niet als je de avond of nacht voor het proefwerk nog lang doorwerkt. Je neemt niet veel meer op. Ga op tijd slapen, zodat je fit bent. Je hersenen werken dan het beste.
Ontspanningsoefening. Voel je je tijdens het proefwerk gespannen? Concentreer je even op je rug, je billen en je stoel. Neem alle dingen die je aanraakt waar. Voel de stoel en voel met je voeten waar de grond is.

bedankt-duim-omhoog-300x299

Hoe kun je een vriend(in) helpen die faalangst heeft?
Stel, je hebt een vriend of vriendin die faalangst heeft. Je wilt hem of haar graag helpen, wat kan je dan doen in zo’n situatie? Soms is het beter om eerst na te denken wat je beter niet tegen hem of haar kunt zeggen.  Want hoe positief je ook bent, sommige uitspraken hebben een averechts effect:

‘Maak je niet druk’. Iemand met faalangst vindt het niet fijn om te horen dat hij/zij zich niet druk hoeft te maken; hij of zij kan zich dan onbegrepen voelen en lijkt het of je niet geluisterd hebt. De ander voelt zich op zo’n moment dan eenvoudigweg niet gehoord.

‘Ik zou het zus en zo doen’. Goedbedoelde tips geven zijn  ook geen goed idee. Het lijkt alsof jij het beter weet.

Wat kun je dan wel zeggen? Zeg aan degene die faalangst heeft dat hij onzeker overkomt en dat je hem graag wil gaan helpen. Vraag waar het aan ligt en probeer door te vragen. Zo leer jij hem of haar niet alleen beter kennen, maar je vriend(in) zichzelf ook.