Persoonlijke kenmerken kunnen ervoor zorgen dat je ongezonde stress ervaart. Dit betekent dat jij, met jouw eigenschappen en vaardigheden, minder goed kan omgaan met een bepaalde situatie. Jij ervaart een ongezonde spanning, terwijl iemand anders in dezelfde situatie heel ontspannen kan zijn. Een deadline of het organiseren van een verjaardagspartijtje is voor de één een uitdaging, voor de ander een stressfactor.
Het is zeker zo belangrijk hoe je tegen de situatie aankijkt. Daarbij speelt je persoonlijkheid een grote rol. Als ongezonde stress lang aanhoudt, verbruik je een bron van spanning. De situatie alléén is dus niet doorslaggevend bij het ontstaan meer energie dan je hebt. Je raakt uitgeput. We noemen dat een burn-out. Je houdt je grenzen slecht in de gaten. Persoonlijke kenmerken die maken dat je gevoelig bent voor een burn-out:
- Je bent erg betrokken bij een onderwerp, een persoon of een gebeurtenis.
- Het doet je veel wat er gebeurt en dat kost je (te) veel energie
- Je kunt je gevoelens slecht uiten
- Je kunt moeilijk steun vragen
- Je kunt geen ‘nee’ zeggen
- Je hebt een weinig positieve kijk op je eigen prestaties
Wat is stress?
Stress is een gevoel van spanning en onrust in het lichaam. Stress-wetenschappers noemen het ook wel een “vlucht-, vrees- of vecht-reactie”. De spiegel van het stresshormoon, cortisol, in het bloed is verhoogd. Dit wordt wel gezien als een soort oer-reactie van de mens om te overleven in de wilde natuur. Dit soort reacties lijken in het heden ten overbodig. Bij de stress-reactie bestaat een gespannen gevoel zoals gespannen spieren, hartkloppingen, hoofdpijn, transpireren, benauwdheid, trillen, duizeligheid, misselijkheid, etc. Belangrijk is ook dat men veel denkt, piekert en dat men slecht slaapt. Dit is een normale reactie onder spanning maar moet niet te lang duren.
Er bestaat positieve en negatieve stress: Positieve stress is het soort stress dat bij een inspanning of prestatie hoort. Dit kan lichamelijk of geestelijk zijn. Men staat voor een taak zoals bijvoorbeeld een tentamen of een reis. Er volgt een ontlading. Negatieve stress is frustrerend. Inspanningen worden belemmerd, het lukt niet meer. Er ontstaat ergernis, boosheid en men raakt gedemotiveerd. Op den duur heeft men er geen zin meer in, bijvoorbeeld zwaar en belastend werk. Men vat de situatie bijvoorbeeld op als een persoonlijk falen. Men gaat de situatie waar de stress optreedt vermijden en kan er zelfs angstig door worden.
In het volgende gedeelte worden een aantal tips besproken die kunnen helpen stress en spanning te verminderen
1. ONTSPAN
Kun je ontspannen? Ga zitten en ontspan: Laat de spanning die zich vaak in je lichaam ophoopt los. Richt je aandacht op iets dat ontspannend werkt zoals luisteren naar favoriete muziek, het lezen van een boek. Stel je het geluid voor van de golven, een koele wind of het stille bos. Onderbreek de sleur van de dag met een dergelijke oefening. Laat je hoofd leeg. Lukt dat, probeer dan elke dag een rustpauze in te lassen waarin je alles los laat en energie bijtankt.
2. EET GEZOND
Voeding heeft te maken met hoe je voelt. Een hongergevoel is niet prettig en een te vol gevoel ook niet. Eet op regelmatige en vaste tijdstippen. Zo breng je lichaamsritmen niet in de war. Beperkt de inname van veel suikers, vetten, zout. Een gezonde voeding is beperkt en gevarieerd, met voldoende fruit en groenten. Laat overmatig koffie en roken zoveel mogelijk achterwege, al is de verleiding nog zo groot. Voeding is de brandstof voor je geest en lichaam, kies de goede brandstof.
3. KEN JE GRENZEN
Wij en andere mensen gaan snel over elkaars grenzen: stellen we te hoge doelen aan onszelf, vraagt de baas te veel, hebben we er even genoeg van, etc. Leer ze herkennen en ervaar wat je wel en niet wil. Spreek daar over met anderen. Grenzen worden gemakkelijk overschreden. Als andere mensen te veel van ons vragen worden we overvraagd dat geeft spanning en stress. De meeste spanning ontstaat door de eisen die we aan onszelf stellen: moeten, presteren, perfectie, etc. Bescherm jezelf door “nee” te zeggen als dat nodig is. Dit heet assertiviteit. Ieder heeft zijn grenzen, leer ze kennen en respecteer ze.
4. VIND EEN VRIEND
Vrienden en kennissen zijn onontbeerlijk voor een goede geestelijke gezondheid. De mens is een “sociaal dier” en heeft een of andere groep nodig. Je hebt dan spiegeling en bevestiging aan de ander. Dit versterkt je zelfvertrouwen en je persoonlijke groei. Het uiten van gevoelens en gedachten aan een persoon die we vertrouwen maakt ons duidelijk wat we zijn en willen. Als je het gevoel hebt dat je opgesloten zit moet je er uit.
5. BEWEEG
Het lichaam moet actief,fit en soepel worden gehouden anders kunnen spanningen ophopen. Een minimale inspanning is tweemaal per week een half uur een submaximale inspanning leveren zoals fietsen of een rondje rennen. Spieren moeten aan- en ontspannen. Het is ook een afleiding voor de geest. Een kwartiertje wandelen op de dag stimuleert de gehele bloedsomloop, kost weinig moeite en je voelt je direct een stuk beter.
6. VERANDER
Pas je aan veranderingen in je omgeving aan. Weet je niet hoe, wees dan creatief en probeer iets. Ga op zoek naar nieuwe mogelijkheden als je merkt dat je niet vooruit komt met waar je mee bezig bent. De omstandigheden in ons leven veranderen voortdurend. Vast houden aan een zelfde patroon van handelen maakt star en geeft spanning. Probeer flexibel te zijn, buig jezelf. Zo kunnen we ons aanpassen, groeien en beter worden. Zo komen we dichter bij de persoon die we willen zijn en kunnen we onze vermogens optimaal benutten.Stel niet uit en doe het nu.
7. UIT GEVOELENS
Probeer uiting te geven aan de gevoelens die je hebt. Spreek het uit. Boosheid: Ik ben boos! Gelukkig: Ik ben gelukkig! Zeg het, en het lucht op. Iedereen voelt zich van tijd tot tijd niet lekker en heeft een periode van somberheid in zijn of haar leven, dat is normaal. Dit hoef je niet te verbergen. Let ook op de spanningen in je lichaam: wil je vechten of vluchten? Waar hopen spanningen zich op in je lichaam: spanning in je hoofd of nek, darmkrampen, benauwd of lamlendig? Het is een natuurlijke response van je lichaam, ontken ze niet. Let op de signalen, ze leren je meer over jezelf. Een volgende keer herken je ze gemakkelijker en ga je er beter mee om.
8. CHECK GEDACHTEN
Onze gedachten bestaan uit veronderstelling. Het is een interpretatie van de “”werkelijkheid” buiten ons. Met andere woorden: je kunt zo tegen de zaken aankijken als je zelf wil. Probeer jezelf eens te observeren en check of de gedachten over iets, iemand of jezelf wel juist zijn. Kun je er ook anders tegenaan kijken, bijvoorbeeld wat positiever? Zoek naar positieve zaken in plaats van negatieve zoals: het glas is half vol in plaats van: half leeg! Heeft die persoon die lastig deed dat ook zo bedoeld? Was die ruzie het waard? Vaak denken we gedachten van andere personen te kunnen lezen en gaan van bepaalde vooronderstellingen uit. Durf te vragen of het klopt wat je denkt. Check! Je kunt denken wat je wilt!
9. RUST
Zorg voor een goede nachtrust. Je hersenen moeten alles verwerken. Het dag- en nachtritme wordt bepaald door de natuur en de hemellichamen om ons heen. Hiermee moeten we in harmonie blijven om niet bijvoorbeeld een jet-lag gevoel te krijgen. Dit is slechts een van de vele bio-ritmes waar we onbewust aan onderworpen zijn en die kunnen ontsporen als we er teveel van afwijken. De boog kan niet altijd gespannen blijven.
10. VRAAG HULP
Als je in de knel zit en geen uitweg ziet, aarzel niet en vraag hulp. Praat met mensen in je omgeving en gebruik je netwerk. De ander zal het eerder prettig dan vervelend vinden om een hand uit te steken. Zelfs de “sterkste mensen” onder ons zullen op bepaalde momenten in hun leven om steun en hulp moeten vragen. Juist de hardste werkers en de meest betrokken mensen die doorgaan zullen hun fysieke en mentale grenzen het eerst ontdekken. Hulp vragen en erkennen is de eerste stap op weg naar verbetering.